Lees eerst de lestekst en oefen daarna met de flitskaarten onderaan.
1. Inleiding
Ondernemingen en organisaties nemen elke dag beslissingen waarbij ze de gevolgen ervan op hun kosten, opbrengsten, resultaat, concurrentie en werkgelegenheid moeten inschatten. Ondertussen staat de wereld niet stil en komen er nieuwe ontwikkelingen bij zoals deeleconomie, e-commerce en duurzame ontwikkelingsdoelen. Ook met deze nieuwe fenomenen moeten ondernemingen rekening houden.
2. Afdelingen in een onderneming
Een onderneming produceert goederen of biedt diensten aan. Daar komt heel wat bij kijken. Er moeten producten gemaakt worden, er moet vervoer zijn voor die producten, ze moeten verkocht worden en er moet heel wat administratie bijgehouden worden.
De afdeling productie zorgt ervoor dat er een product gecreëerd wordt waarmee de klant tevreden is. Deze afdeling is ervoor verantwoordelijk dat er voldoende producten gemaakt worden om aan de vraag te voldoen. Een doordacht voorraadbeleid is daarbij essentieel. Deze afdeling zorgt ook voor voldoende onderdelen. Om de kwaliteit van de producten te verbeteren, is er een afdeling onderzoek en ontwikkeling (O&O) die het product aanpast op het vlak van design, gebruiksvriendelijkheid, prestaties…
Om de productie mogelijk te maken is er ook een afdeling logistiek nodig. Deze afdeling houdt zich onder andere bezig met de voorraden, aankopen, de machines en het vervoer van goederen binnen en buiten de onderneming en onderhoud van de gebouwen en installaties.
Eens de goederen geproduceerd, zal de afdeling marketing er alles aan doen om die goederen ook aan de man te brengen. Deze afdeling neemt beslissingen zoals:
- de verkoopprijs (Prijs),
- hoe ziet het product er uit: de verpakking, de kwaliteit (Product),
- waar en hoe wordt het product verkocht (Plaats),
- hoe gaan we de klant overtuigen om het product te kopen (Promotie).
In een onderneming komt heel wat papierwerk kijken. De afdeling administratie en boekhouding zorgt daarvoor. Er moeten brieven opgesteld worden, verslagen van vergaderingen, facturen moeten gemaakt en opgevolgd worden, de boekhouding moet bijgehouden worden, jaarlijks moet er een belastingaangifte ingediend worden, per werknemer moet er een loonfiche gemaakt worden en die werknemer moet het juiste loon krijgen.
De afdeling personeel houdt zich bezig met aanwerving, motivatie en administratie van het personeel. Deze afdeling zorgt onder andere voor opleidingen van de werknemers en voor initiatieven om hen efficiënter te doen werken en tevreden te houden.
3. Beslissingen in een onderneming
Een ondernemer die goederen of diensten wil verkopen, moet heel wat beslissingen nemen. Deze beslissingen hebben meestal een effect op de opbrengsten en/of de kosten van de onderneming.
- Opbrengsten krijgt een onderneming door goederen te verkopen. De totale opbrengsten vind je door het aantal goederen dat verkocht wordt, te vermenigvuldigen met de prijs per goed.
- Maar om goederen te verkopen moet een onderneming ook kosten maken: grondstoffen, onderdelen, elektriciteit, gebruik en onderhoud van gebouwen, vervoer, meubilair, machines…
Als de opbrengsten groter zijn dan de kosten, dan maakt de onderneming winst. Als de opbrengsten kleiner zijn dan de kosten, dan maakt de onderneming verlies.
Als ondernemer moet je dus goed nadenken over volgende vragen:
3.1. Welk product ga je maken?
Kies je voor een massaproduct, een standaardproduct of een exclusief product? Dit is een voorbeeld van een strategische beslissing. Dergelijke beslissingen worden genomen door het management van een onderneming. De verschillende afdelingen moeten van deze keuze vertrekken om hun eigen beslissingen te nemen.
3.2. Hoeveel producten ga je maken?
Dat hangt er om te beginnen van af hoe groot de vraag naar jouw product is. Wil je een kwaliteitsvol product verkopen of ga je eerder voor een goedkoop product? Kwaliteitsvolle producten zijn doorgaans duurder waardoor de vraag naar kwaliteitsvolle producten kleiner is dan de vraag naar goedkope producten.
Verder zijn er ook concurrenten die hetzelfde product aanbieden. De concurrentiepositie is de positie die een onderneming inneemt ten opzichte van andere ondernemingen die dezelfde goederen of diensten leveren. De concurrentiepositie wordt gemeten aan de hand van het marktaandeel: hoeveel procent van de totale markt is in handen van deze onderneming? Dus moet je eerst proberen te schatten hoe groot jouw marktaandeel is.
Dan kan je uitrekenen hoeveel producten je moet maken. Hierbij mag je de voorraad die nog in je magazijn ligt niet vergeten. Het is belangrijk dat je productie plus je eventuele voorraad ongeveer gelijk is aan het aantal stuks dat je kan verkopen. Als je te veel producten maakt, dan blijven ze liggen in je magazijn. Opslagruimte kost geld en de producten kunnen vervallen of uit de mode raken. Maak je te weinig producten, dan mis je opbrengsten en verlies je misschien klanten.
Conclusie: het aantal stuks dat je produceert = de geschatte vraag – de voorraad
3.3. Welke kwaliteit moet je product hebben?
De afdeling onderzoek en ontwikkeling is voortdurend op zoek naar middelen om de kwaliteit van je product te verbeteren. Ze proberen het product aan te passen op het vlak van prestaties, design, gebruiksvriendelijkheid, veiligheid, milieu… Onderzoek en ontwikkeling is duur en je zal dit moeten doorrekenen in de prijs van je product. Je moet dus goed nadenken of de klant bereid is om meer te betalen voor een verbeterde versie van jouw product.
3.4. Hoe ga je de klanten overtuigen om jouw product te kopen?
De afdeling marketing van je onderneming doet voorstellen voor de promotie van je product. Je kan op verschillende manieren promotie maken voor je product. Reclame maken op radio of TV, advertenties, een website, naar beurzen gaan, kortingen geven,… Als je meer geld besteedt aan marketing, zullen je verkoopcijfers stijgen.
3.5. Waar ga je je product te koop aanbieden?
Om je product te verkopen zijn er verschillende mogelijkheden. Traditioneel worden producten verkocht in een fysieke winkel. Maar meer en meer koopt men online op webshops. Je kan je eigen webwinkel beheren of je webwinkel onderbrengen bij een grote online keten zoals Amazon of bol.com. Een winkelruimte huren kan zeer duur zijn maar heeft als voordeel dat klanten het product kunnen bekijken, uittesten en vragen kunnen stellen over het product. Bij webwinkels is het super belangrijk dat je snel kan leveren en dat je prijs zeer competitief is.
3.6. Hoeveel opleidingen ga je je personeel laten volgen?
De personeelsafdeling organiseert opleidingen voor de werknemers. Het is belangrijk dat je werknemers op de hoogte blijven van alle vernieuwingen waardoor ze efficiënter kunnen werken. Je werknemers moeten ook goed met klanten kunnen omgaan. Tenslotte is het belangrijk dat je werknemers zich goed voelen op hun werk aangezien ze een groot deel van hun tijd en hun leven werken.
3.7. Tegen welke prijs ga je je product verkopen?
Als je alle vorige beslissingen genomen hebt, kan je uitrekenen hoeveel het kost om je product te maken. Daar kan je dan een winstmarge bijtellen om je verkoopprijs te bepalen. Kies je voor een product met een lage kwaliteit, dan houd je je marge ook best laag. Hoe beter de kwaliteit van je product, hoe hoger je de winstmarge kan zetten. Maar overdrijf niet.
Je houdt ook best rekening met prijs waartegen de concurrentie een vergelijkbaar product verkoopt.
Houd er tenslotte rekening mee dat consumenten keuzes moeten maken bij het besteden van hun budget. Dit betekent dat ze vaak niet meer dan een bepaald bedrag willen uitgeven aan jouw product.
4. Actuele ontwikkelingen die een invloed hebben op ondernemingen
Het succes van een onderneming of organisatie wordt beïnvloed door de omgeving. Duurzame ontwikkelingsdoelen, snelle evoluties op technologisch vlak en nieuwe vormen van ondernemen hebben een invloed op het voortbestaan van een onderneming of organisatie.
4.1. Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
Een duurzame economie houdt rekening met maatschappelijke aspecten en milieuaspecten om zo te beantwoorden aan de behoeften van vandaag, zonder toekomstige generaties te beletten aan hun eigen behoeften te voldoen.
Heel wat partijen zijn betrokken bij de werking van de onderneming: de eigenaars (aandeelhouders), de bedrijfsleiders, de leveranciers, de klanten, de overheid en het grote publiek. Dankzij deze partijen, de stakeholders, kan een onderneming bestaan. Bijgevolg is een onderneming verantwoording verschuldigd aan al haar stakeholders. Deze verantwoordelijkheid situeert zich op drie vlakken:
- De onderneming moet een economische verantwoording afleggen aan haar aandeelhouders De levensvatbaarheid van een onderneming of organisatie is een eerste vereiste om haar verantwoordelijkheid te kunnen opnemen ten aanzien van de andere stakeholders.
- Sociale verantwoordelijkheid betekent dat de ondernemingen aandacht schenken aan sociale kwesties zoals arbeidsomstandigheden, sociale uitsluiting, gendergelijkheid, discriminatie...
- Een onderneming heeft ook een ecologische verantwoordelijkheid en moet dus aandacht schenken aan het milieu. Heeft de onderneming aandacht voor vervuiling, geurhinder, geluidsoverlast, herbruikbare verpakking, hernieuwbare energie…?
Maatschappelijk verantwoord ondernemen, ook wel duurzaam ondernemen genoemd, betekent dat ondernemingen bij hun beslissingen, rekening houden met economische, ecologische en sociale overwegingen. In de praktijk is het niet altijd haalbaar om elke stakeholder tevreden te stellen, zodat ondernemingen soms moeilijke keuzes moeten maken.
4.2. E-commerce
Bij e-commerce verkoopt een onderneming goederen of diensten via het internet. Dit vraagt een andere organisatie dan bij verkoop in een fysieke winkel. Voor een onderneming is het geen vanzelfsprekende keuze om een webwinkel te openen.
- Economisch: het opzetten en onderhouden van een webwinkel kost geld. Grote webwinkels scannen constant het internet af om de laagste prijzen te kennen en drukken zo de prijzen nog verder naar beneden. Een onderneming die iets wil verkopen via het internet moet dus zorgen dat de prijs van haar producten concurrentieel (=laag genoeg) blijft.
- Ecologisch: het rondbrengen van pakjes naar individuele adressen en het terugsturen van pakjes kan het milieu extra belasten.
- Sociaal: werken in de e-commerce gebeurt vaak in minder goede arbeidsomstandigheden aangezien de klant verwacht dat er heel snel geleverd wordt.
4.3. Deeleconomie
De deeleconomie kan worden omschreven als de economie van het delen van goederen, diensten of kennis via een digitaal platform. Dit kan een commercieel platform zijn of een sociaal platform.
- Bij een commercieel platform wordt er een prijs betaald.
- Bij een sociaal platform wordt er niet betaald: goederen, diensten of kennis worden gratis ter beschikking gesteld of geruild.
Voorbeelden van goederen, diensten en kennis die gedeeld, geruild of verkocht worden in de deeleconomie zijn:
- goederen: auto, huis, parking, boormachine, maaltijden, tweedehandskledij, bioproducten…
- diensten: carpooling, klussen, tuinieren, kinderopvang, zorg voor huisdieren, boodschappen doen,
- kennis: bijlessen, onlinecursussen, ateliers, workshops,…
De deeleconomie verandert onze manier van produceren en consumeren: we lenen goederen in plaats van ze te kopen, we delen onze woonruimten, onze transportmiddelen of ons gereedschap, we bieden onze knowhow aan in ruil voor die van iemand anders, we verkopen goederen die we niet meer gebruiken door aan wie ze nodig heeft, we doen groepsaankopen, …
Is deeleconomie duurzaam? Door deeleconomie krijgen de consumenten een uitgebreider aanbod van beter betaalbare goederen, diensten en kennis. Goederen en diensten worden efficiënter gebruikt en er worden nieuwe, meer flexibele werkregelingen ingevoerd voor de werkenden. Maar voor ondernemingen zijn er heel wat reglementen van toepassing op het vlak van productveiligheid, hygiëne, sociale normen en het statuut van hun werknemers. De deeleconomie zal enkel duurzaam zijn als de overheid er in slaagt de consumenten en de werkenden dezelfde bescherming te geven als in de reguliere economie.